Introductie
Effectief apparaatbeheer omvat het verwijderen van oude of ongebruikte apparaten uit het Workforce Experience Platform (WXP). Als u apparaten verwijdert of uitschrijft, zorgt u ervoor dat de gegevens up-to-date blijven, dat licenties worden hersteld en dat de apparaatgegevens van uw organisatie up-to-date zijn.
In dit artikel vindt u een stapsgewijze handleiding voor het verwijderen en uitschrijven van apparaten.
Voorwaarde
Alleen IT-beheerders kunnen apparaten verwijderen en uitschrijven.
Apparaten verwijderen en uitschrijven
Verwijderen en uitschrijven:
Log in op WXP. De startpagina wordt weergegeven.
Klik in het linkermenu van het platform op Apparaten > pc's. De pagina Apparaten wordt weergegeven.
Selecteer op de pagina Apparaten een of meer apparaten. Wanneer ten minste één apparaat is geselecteerd, wordt de optie Verwijderen weergegeven.
Klik op Verwijderen. Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de naam Apparaat verwijderen, met twee opties om te verwijderen: Geselecteerde apparaten en Bulkupload.
Selecteer een van de twee opties: Geselecteerde apparaten of Bulkupload.
Geselecteerde apparaten - Wanneer deze optie is geselecteerd:
In het dialoogvenster Apparaat verwijderen wordt het aantal geselecteerde apparaten weergegeven.
Voer de beveiligingscode in die wordt weergegeven in het dialoogvenster.
Klik op Verwijderen. De geselecteerde apparaten zijn uitgeschreven.
Bulk uploaden: Wanneer deze optie is geselecteerd:
(Optioneel) Download de . CSV-sjabloon.
Voer de apparaatgegevens in de aanbevolen indeling in, geef een intuïtieve naam aan het bestand en sla het bestand op in een . CSV-indeling.
Gebruik de optie Uploaden om uw bestand te importeren.
Voer de beveiligingscode in die in het dialoogvenster wordt weergegeven. Er wordt een pop-upbericht weergegeven dat aangeeft dat het uploaden bezig is.
Er verschijnt een melding die de status van de uitschrijving aangeeft.
Opmerking: Bij het uitschrijven van een apparaat bij WXP:
Het apparaat is niet langer verbonden met het platform, maar blijft in een inactieve toestand op het platform en wordt later gearchiveerd volgens de archiefduur die is geconfigureerd in de instellingen.
De HP Insights Windows-applicatie (ook wel Windows-agent genoemd) blijft geïnstalleerd, ook al is het apparaat niet meer verbonden met WXP.
Het kan even duren voordat de uitschrijving in de HP Insights-systeemlade wordt weergegeven. Als gevolg hiervan kunnen eindgebruikers het apparaat nog steeds zien als ingeschreven totdat de synchronisatie plaatsvindt in de back-end. Mogelijk is een herstart nodig om de juiste status weer te geven.
De licentielicentie wordt bijgewerkt om de beschikbaarheid van extra licenties weer te geven.
Neem contact met ons op
Voor hulp, create a support case of e-mail [email protected]
.